Breng een grote pan met gezouten water aan de kook.
Dep ondertussen de garnalen droog met keukenpapier en hak de knoflook en peterselie fijn.
Kook de pasta met inktvisinkt volgens de aanwijzingen op de verpakking tot hij al dente is. Bewaar 120 ml van het kookvocht voordat je de pasta afgiet.
Verhit de olijfolie in een ruime koekenpan op middelhoog vuur, voeg de knoflook en chilivlokken toe en bak 30 seconden tot het begint te geuren.
Leg de garnalen in een enkele laag in de pan en bak ze 1–2 minuten per kant tot ze roze en ondoorzichtig zijn. Haal ze uit de pan en leg ze op een bord.
Giet de witte wijn (of kippenbouillon) in de pan, schraap de aanbaksels los en laat 1–2 minuten zachtjes inkoken.
Zet het vuur lager, voeg de boter toe en laat smelten. Roer er vervolgens de peterselie door.
Voeg de uitgelekte pasta toe aan de pan en schep om met de saus. Voeg indien nodig wat bewaard kookvocht toe zodat de pasta mooi bedekt is.
Doe de garnalen terug in de pan, schep voorzichtig om en breng op smaak met zout en peper.
Serveer direct met wat partjes citroen.