Verwarm in een pan met dikke bodem 50 g ongezouten roomboter op middelhoog vuur. Voeg in één keer 60 g tarwebloem toe en blijf roeren tot de roux goudkleurig is (ongeveer 2 min).
Haal de pan van het vuur en voeg geleidelijk 500 ml lauwwarme volle melk toe, terwijl je met een garde blijft kloppen om klontjes te voorkomen.
Zet de pan terug op laag vuur en blijf voortdurend roeren tot de bechamelsaus ingedikt is en loskomt van de panwand (10–15 min).
Roer 100 g fijngehakte serranoham of Ibericoham, een snufje versgeraspte nootmuskaat, zout en versgemalen zwarte peper door de saus en proef of er extra zout nodig is.
Schep het mengsel in een platte schaal, dek af met vershoudfolie en laat minimaal 4 uur (bij voorkeur een hele nacht) in de koelkast opstijven.
Vorm met vochtige handen van de afgekoelde massa kleine rolletjes of bolletjes, haal ze eerst door de losgeklopte eieren en daarna door 200 g paneermeel.
Verhit in een ruime pan voldoende olijfolie om in te frituren en bak de kroketjes in porties in ongeveer 3–4 min goudbruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier en serveer direct.