Zorg dat de zalm goed koud is en snijd hem met een scherp mes in blokjes van ongeveer 5 mm. Doe de blokjes in een grote kom.
Snijd de bosui, kappertjes en augurkjes fijn en voeg ze bij de zalm in de kom.
Voeg de fijngehakte verse dille, het sap van een halve citroen, de extra vierge olijfolie en de Dijonmosterd toe. Meng voorzichtig zodat de zalm niet plet.
Proef en breng op smaak met zout en versgemalen zwarte peper.
Dek de kom af met vershoudfolie en laat 15–20 minuten in de koelkast staan, zodat de smaken goed kunnen intrekken.
Serveer de zalmtartaar eventueel in een serveerring, met daarbij dunne toastjes, blini’s of plakjes avocado.