Los de verse gist op in de lauwe melk met een theelepel suiker en laat 5 tot 10 minuten staan tot het mengsel schuimig is.
Meng in een grote kom het broodmeel, de resterende suiker en het zout en maak in het midden een kuiltje.
Voeg het gistmengsel en de losgeklopte eieren toe in het kuiltje en mix kort op lage snelheid; kneed daarna 10 tot 15 minuten tot het deeg soepel en elastisch is.
Voeg de blokjes boter beetje bij beetje toe en kneed nog 10 tot 15 minuten tot het deeg zacht en glanzend is en de vliesproef doorstaat (je kunt er een dun vliesje van trekken zonder dat het scheurt).
Vorm een bal van het deeg, leg deze in een ingevette kom, dek af en laat anderhalf tot twee uur op een warme plek rijzen tot het deeg in volume verdubbeld is.
Druk het deeg met je knokkels door om de lucht eruit te laten, dek af en zet minstens twee uur (of een nacht) in de koelkast.
Verdeel het deeg in gelijke porties en vlecht tot een brood, of leg het in een ingevette broodvorm; dek af en laat nog een tot anderhalf uur rijzen tot het bijna verdubbeld is.
Verwarm de oven voor op 180 °C (boven- en onderwarmte) en klop het overgebleven ei los.
Bestrijk de brioche met het losgeklopte ei en bak 25 tot 35 minuten tot hij goudbruin is en de onderkant hol klinkt als je er zachtjes op tikt.
Haal de brioche uit de vorm en laat volledig afkoelen op een rooster voordat je hem aansnijdt.