Doe in een middelgrote kom de tarwebloem (60 g), het maïszetmeel (30 g) en het bakpoeder (½ tl). Klop er met een garde geleidelijk het ijskoude water (180 ml) doorheen tot een glad en dun beslag ontstaat.
Dep de middelgrote softshellkrabben met keukenpapier droog. Verhit in een diepe pan ongeveer 1 l plantaardige olie tot 175–190 °C. Haal elke krab door het beslag, laat overtollig beslag even afdruipen en frituur 3–4 minuten per kant tot ze goudbruin zijn. Laat uitlekken op een rek.
Meng in een klein kommetje de mayonaise (60 g) met de sriracha (1,5 el) tot een glad mengsel.
Leg een norivel met de glanzende kant naar beneden op een bamboematje. Maak je handen vochtig en verdeel er 120 ml gekookte sushirijst gelijkmatig over, waarbij je rondom een rand van 1 cm vrijlaat. Keer het vel om zodat de rijst onderop ligt. Leg in het midden de helft van een gefrituurde krab, een kwart van de komkommerreepjes en een paar plakjes avocado. Besprenkel met de pittige mayonaise. Rol strak op met het matje en druk voorzichtig aan.
Maak een scherp mes nat, snijd elke rol in 6–8 stukjes en schik ze op een schaal. Bestrooi met de geroosterde sesamzaadjes (1 el). Serveer direct met sojasaus, ingelegde gember en wasabi.