Was de aubergines en halveer ze in de lengte. Hol ze met een lepel uit, laat daarbij een rand van ongeveer 1 cm staan en hak het vruchtvlees fijn.
Bestrooi de uitgeholde auberginehelften met zout en leg ze met de binnenkant naar beneden op keukenpapier. Laat 15–20 minuten staan en dep ze daarna met keukenpapier droog.
Verwarm de oven voor op 180 °C (onder- en bovenwarmte). Bekleed een bakplaat met bakpapier, leg de auberginehelften erop en bak ze 20–25 minuten tot ze gaar zijn.
Verhit ondertussen een scheut extra vierge olijfolie in een koekenpan op middelhoog vuur. Voeg de fijngesnipperde ui toe en bak 5–7 minuten tot de ui glazig is.
Voeg de fijngehakte knoflook toe en bak nog 1 minuut mee. Doe het rundergehakt erbij en bak 8–10 minuten rul en goudbruin.
Voeg het fijngehakte vruchtvlees van de aubergines toe en bak nog 5 minuten. Roer de gezeefde tomaten erdoor en laat 10–15 minuten zachtjes sudderen tot de saus ingedikt is. Breng op smaak met zout en peper.
Maak de bechamelsaus: smelt de boter in een steelpan op middelhoog vuur. Voeg de bloem toe en roer 1–2 minuten. Giet geleidelijk de lauwwarme volle melk erbij, blijf roeren en laat 5–7 minuten koken tot de saus bindt. Breng op smaak met zout, peper en een snufje nootmuskaat.
Vul de auberginehelften met het vleesmengsel. Schep de bechamelsaus erover en bestrooi met geraspte kaas.
Verhoog de oventemperatuur naar 200 °C en bak 15–20 minuten tot de kaas goudbruin en bubbelend is. Gratineer desgewenst de laatste 5 minuten onder de grill.
Serveer de aubergines goed heet. Bewaar restjes in de koelkast tot 2–3 dagen en warm op in de oven of magnetron.