Verwarm de oven voor op 180 °C (boven- en onderwarmte). Vet een ronde bakvorm (20–22 cm) in en bestuif met bloem of bekleed met bakpapier.
Klop in een grote kom de eieren met de suiker 3–4 minuten tot het mengsel bleek en schuimig is.
Giet de olie in een fijne straal bij het eier-suikermengsel terwijl je blijft kloppen, tot alles is opgenomen.
Zeef in een andere kom de bloem met het bakpoeder, de kaneel, de nootmuskaat (optioneel) en een snufje zout.
Spatel de droge ingrediënten in 2–3 porties door het eier-suikermengsel tot er geen klontjes meer zijn.
Roer de geraspte wortel erdoor tot deze gelijkmatig is verdeeld.
Giet het beslag in de bakvorm en bak 40–45 minuten. Controleer met een satéprikker: komt deze er schoon uit, dan is de taart gaar.
Laat de taart 10 minuten afkoelen in de vorm. Haal hem uit de vorm en laat volledig afkoelen op een rooster.
Voor het roomkaasglazuur klop je de boter met de poedersuiker tot een romige massa.
Voeg de koude roomkaas toe en klop op lage tot middelhoge snelheid tot alles goed gemengd is.
Strijk het glazuur uit over de volledig afgekoelde taart. Garneer eventueel met wat extra kaneel of gehakte walnoten.