Doe in een middelgrote pan 1,5 l kippenbouillon, 2 teentjes knoflook (geplet) en een stuk verse gember van ongeveer 3 cm (in dunne plakjes). Breng op middelhoog vuur aan de kook en laat 10 minuten zachtjes trekken.
Breng ondertussen in een andere pan water aan de kook. Voeg 2 eieren toe en kook ze 6–7 minuten. Schep ze over in een kom met ijswater, laat ze afkoelen, pel ze en zet apart.
Zeef de knoflook en gember uit de bouillon en gooi ze weg.
Roer 4 el sojasaus en 2 el mirin door de bouillon. Wil je geen mirin gebruiken, vervang dit dan door 1 tl suiker en 1 el rijstazijn.
Voeg 125 g in plakjes gesneden kastanjechampignons toe en laat nog 3–5 minuten zachtjes meekoken tot ze beetgaar zijn.
Roer 60 g verse spinazie door de bouillon en laat 1 minuut meekoken tot de spinazie geslonken is. Proef en voeg eventueel extra sojasaus toe.
Breng in een aparte pan water aan de kook en kook 4 pakjes gedroogde ramennoedels (zonder bijgeleverde smaakzakjes) 3–4 minuten al dente. Giet af.
Verdeel de noedels gelijkmatig over 2 kommen en schenk de hete bouillon met champignons en spinazie erover.
Snijd de zachtgekookte eieren doormidden en leg in elke kom twee halve eieren.
Garneer vlak voor het serveren met fijngesneden lente-ui en een licht scheutje sesamolie.