Verwarm de oven voor op 190 °C (boven- en onderwarmte). Vet een springvorm (Ø 23 cm) in met olijfolie.
Bekleed de bodem en zijkanten van de ingevette springvorm met één stuk kant-en-klaar pizzadeeg en druk het goed aan.
Verdeel 120 ml pizzasaus gelijkmatig over het deeg en bestrooi met 100 g geraspte mozzarella.
Verdeel de helft van de salami over de kaas en verdeel er vervolgens de helft van de blokjes groene paprika en de helft van de blokjes rode ui over.
Leg het tweede stuk pizzadeeg op de eerste laag vulling. Verdeel er opnieuw 120 ml saus over, bestrooi met 100 g mozzarella en verdeel de rest van de salami, de resterende blokjes groene paprika en rode ui erover.
Leg het laatste stuk pizzadeeg erop, verdeel de resterende 120 ml pizzasaus en bestrooi met de laatste 100 g mozzarella.
Bak de pizzataart 30–35 minuten in de voorverwarmde oven, tot de korst goudbruin is en de kaas bubbelend smelt. Dek de bovenkant eventueel losjes af met aluminiumfolie als hij te snel bruin wordt.
Laat de pizzataart na het bakken 10–15 minuten rusten in de vorm. Verwijder daarna de rand van de springvorm, snijd in punten en serveer warm.