Verhit een kleine koekenpan op middelhoog vuur.
Doe 2 eetlepels zwarte peperkorrels en 1 eetlepel korianderzaad in de droge pan.
Rooster de specerijen al schuddend tot ze geurig zijn en iets donkerder van kleur, ongeveer 2–3 minuten.
Haal de geroosterde specerijen meteen uit de pan, verdeel ze op een bord en laat ze afkoelen.
Maal de afgekoelde peperkorrels en het korianderzaad grof in een kruidenmolen of doe ze in een hersluitbaar zakje en kneus ze met een deegroller.
Meng in een kom de gemalen specerijen met 1 eetlepel knoflookpoeder, 1 eetlepel uipoeder, 1 theelepel gedroogde dille, 1 theelepel chilivlokken en 3 eetlepels grof zeezout.
Roer tot alle ingrediënten gelijkmatig verdeeld zijn en er geen klontjes meer zijn.
Bewaar het kruidenmengsel in een luchtdichte pot op een koele, donkere plaats tot 6 maanden.