Doe de varkensschouderstukken, de gehalveerde sinaasappel, de witte ui in kwarten, de geplette knoflook, de laurierblaadjes, het zeezout en het water in een grote pan of braadpan. Breng het geheel op hoog vuur aan de kook.
Zet het vuur laag, doe een deksel op de pan en laat het vlees 2,5–3 uur zachtjes sudderen tot het heel mals is. Schep daarna ongeveer 120 ml kookvocht uit de pan en houd dit apart. Trek het vlees met twee vorken uit elkaar.
Verhit in een koekenpan op middelhoog-hoog vuur 1 eetlepel van het achtergehouden kookvocht (of wat olie). Voeg het uit elkaar getrokken vlees toe en bak, al omscheppend, tot het lichtbruin en krokant is. Haal uit de pan en zet apart.
Maak de salsa roja: doe de roma- of trostomaten en de gedroogde chilipepers in een pan, schenk er water bij tot alles net onder staat en breng aan de kook. Laat 10–15 minuten zachtjes sudderen tot de tomaten zacht zijn en de pepers zijn geweekt. Schep ongeveer 120 ml kookvocht apart en giet de rest af.
Pureer de salsa roja: doe de tomaten, pepers, 2 teentjes knoflook, ¼ van een kleine ui, gemalen komijn, oregano, kippenbouillon en zout in de blender en pureer tot een gladde saus. Voeg eventueel wat achtergehouden vocht toe om de gewenste dikte te krijgen. Verhit de saus in een pan op middelhoog-laag vuur nog 10–15 minuten, roer af en toe en houd warm.
Maak de salsa picante: pureer de habaneropepers met de witte azijn en het zout in een schone blender tot een volledig gladde saus. Wees voorzichtig met de hete pepers en proef eerst met een paar druppels.
Stel elke torta ahogada samen: verwarm eventueel de broodjes kort in de oven of grill. Bestrijk beide helften met de bonenpuree. Verdeel de krokante carnitas over de onderste helften en dompel het broodje volledig in de warme salsa roja zodat het 'verdrinkt'.
Serveer direct: leg de ondergedompelde torta ahogada op een bord, besprenkel met salsa picante naar smaak, garneer met de gepekelde rode ui en zet er flink wat servetten bij.