Dep de kipdelen droog met keukenpapier. Doe ze in een ruime kom of hersluitbare zak en schenk de karnemelk erover. Dek af en zet minstens 2 uur (of bij voorkeur een nacht) in de koelkast.
Meng in een lage schaal of in een papieren zak tarwebloem, zout, zwarte peper, paprikapoeder, knoflookpoeder, uienpoeder en cayennepeper.
Haal de kip uit de karnemelk en laat overtollig vocht eraf druipen. Wentel de kipstukken door het bloemmengsel en druk goed aan zodat elk stuk volledig bedekt is. Leg de stukken op een rooster boven een bakplaat en laat 15–20 minuten rusten.
Verwarm de neutrale frituurolie (zonnebloem- of arachideolie) in een zware pan tot een diepte van ongeveer 3 cm en houd de temperatuur rond 175 °C (test met een stukje brood: het moet meteen sissen).
Frituur de kip in porties met de velzijde naar beneden 6–8 minuten per kant tot goudbruin. Zet het vuur iets lager (middellaag), dek de pan af en bak nog 10–15 minuten door tot de kip een kerntemperatuur van 74 °C heeft bereikt.
Haal de kip uit de olie en laat uitlekken op een rooster boven wat keukenpapier. Laat een paar minuten rusten voor het serveren.