Verwijder eventueel het vliesje van de ribben en dep het vlees droog met keukenpapier.
Stamp de gepelde knoflookteentjes met wat grof zeezout in een vijzel tot een pasta, of hak ze heel fijn.
Meng in een grote kom de knoflookpasta met zoete paprikapoeder, gedroogde oregano, extra vierge olijfolie, grof zeezout en versgemalen zwarte peper.
Wrijf de ribben royaal in met het mengsel en laat ze minimaal 1 uur, bij voorkeur een nacht, marineren in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 160 °C (boven- en onderwarmte).
Leg de ribben in een braadslede en giet de droge witte wijn op de bodem. Dek de braadslede goed af met aluminiumfolie.
Bak de ribben 1,5 uur in de oven.
Verwijder de folie, verhoog de temperatuur tot 200 °C en bak de ribben nog 30–40 minuten zonder folie, tot ze goudbruin en krokant zijn (kerntemperatuur ca. 63 °C).
Haal de ribben uit de oven, laat ze 10–15 minuten rusten in de braadslede, snijd ze tussen de botten door en serveer.