Doe het vanille-eiwitpoeder, de bloem, kristalsuiker, bakpoeder en zout in een grote kom en klop met een garde tot het mengsel klontvrij is.
Meng in een andere kom met een garde het ei, de melk, de gesmolten ongezouten boter (of neutrale olie) en het vanille-extract tot een glad beslag.
Giet het natte mengsel bij de droge ingrediënten en spatel kort door tot de laatste bloemsporen verdwenen zijn; het beslag mag nog wat kleine klontjes hebben.
Verhit een antiaanbakpan of grote koekenpan op middelhoog vuur en vet hem licht in met een klein beetje boter of olie.
Schep per pannenkoek ongeveer 4 eetlepels (ongeveer 60 ml) beslag in de pan. Bak 2–3 minuten, tot er belletjes aan het oppervlak verschijnen en de randen droog beginnen te worden.
Draai de pannenkoeken voorzichtig om en bak ze nog 1–2 minuten tot ze goudbruin en gaar zijn.
Leg de gebakken pannenkoeken op een bord en houd ze warm. Herhaal met de rest van het beslag en vet de pan licht in tussen elke portie. Serveer de pannenkoeken warm.