Meng in een grote kom de tarwebloem, suiker, bakpoeder en een snufje zout met een garde tot alles goed gemengd is.
Klop in een andere kom het ei los en voeg de melk en de gesmolten boter toe; klop tot een egaal mengsel.
Giet het vloeibare mengsel bij de droge ingrediënten en roer voorzichtig met de garde tot er geen grote klontjes meer zijn. Laat het beslag 5 minuten rusten.
Verhit een koekenpan op middelhoog vuur en vet in met een klein beetje boter.
Schep per pannenkoek ongeveer 60 ml beslag (ongeveer 4 eetlepels) in de pan. Bak 2–3 minuten tot er belletjes ontstaan en de randjes stevig worden.
Keer de pannenkoek met een spatel en bak nog 1–2 minuten tot hij goudbruin is.
Leg de pannenkoeken op een bord en houd ze warm terwijl je de rest bakt.
Serveer direct met ahornsiroop, honing, vers fruit of slagroom naar keuze.