Doe de kipdijfilets met olijfolie, gemalen komijn, paprikapoeder, kurkuma, knoflookpoeder, zout en zwarte peper in een kom en schep om tot alles goed bedekt is. Laat minstens 15 minuten marineren (of afgedekt in de koelkast tot 4 uur).
Spoel de basmatirijst onder koud water tot het water helder is. Smelt intussen de boter in een pan op middelhoog vuur. Voeg de rijst en ½ tl zout toe en bak 1 minuut al roerend. Voeg 720 ml kippenbouillon of water toe en breng aan de kook. Zet het vuur laag, dek de pan af en laat 15–18 minuten zachtjes koken tot alle vocht is opgenomen. Haal van het vuur en laat met de deksel op de pan nog 5–10 minuten staan. Maak de rijst los met een vork.
Maak de witte saus: klop in een kom de mayonaise, Griekse yoghurt, witte azijn, citroensap, fijngehakt knoflookteentje, kristalsuiker en ¼ tl zout tot een gladde saus. Voeg 1 el water per keer toe tot de saus de gewenste dikte heeft.
Verhit een koekenpan op middelhoog vuur. Bak de gemarineerde kip (in porties als dat nodig is) 5–7 minuten al omscheppend tot hij goudbruin en gaar is (kerntemperatuur 74 °C). Haal van het vuur.
Verdeel de rijst over borden. Schep de kip erop en garneer met reepjes ijsbergsla en blokjes tomaat. Druppel de witte saus erover en serveer met pittige saus naar smaak.