Verwarm de oven voor op 200 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier of aluminiumfolie. Bestrijk de bakplaat met 1 el olijfolie.
Doe 60 g tarwebloem in een ondiepe kom.
Klop in een tweede kom 2 grote eieren met 1 el water los tot een egaal mengsel.
Meng in een derde kom 150 g Panko-paneermeel met 1 tl knoflookpoeder, ½ tl paprikapoeder, ½ tl zout en ¼ tl versgemalen zwarte peper.
Wentel de kipfiletreepjes één voor één door de bloem en schud het overtollige eraf.
Doop de kipfiletreepjes in het eimengsel en laat het overtollige eraf druipen.
Druk de kipfiletreepjes stevig in het gekruide paneermeel zodat ze volledig bedekt zijn. Leg ze op de bakplaat.
Herhaal dit met alle kipfiletreepjes en zorg voor voldoende tussenruimte.
Bak de kipfiletreepjes 10–12 minuten in de voorverwarmde oven, draai ze voorzichtig om en bak nog eens 8–10 minuten, of tot ze goudbruin zijn en de kerntemperatuur 74 °C bereikt.
Haal de kipreepjes uit de oven en laat ze 2–3 minuten rusten voordat je ze serveert met een dipsaus naar keuze.