Spoel 500 g kipfilets (zonder vel en bot) af, dep ze droog en snijd elke filet in repen van 1–1,5 cm dik in de lengte.
Meng in een ondiepe schaal 100 g tarwebloem met een snufje zout, een snufje versgemalen zwarte peper, 1 tl knoflookpoeder en 1 tl paprikapoeder.
Klop in een tweede kom 2 eieren los.
Doe 150 g panko broodkruimels in een derde kom.
Haal elke kipreep eerst door het gekruide bloemmengsel en schud overtollig bloem eraf.
Dompel de reep in het losgeklopte ei en laat overtollig ei eraf druipen.
Rol de reep vervolgens door de panko broodkruimels, druk zachtjes aan zodat ze goed hechten, en leg de gepaneerde reepjes op een bakplaat.
Laat de gepaneerde reepjes eventueel 15–20 minuten in de koelkast rusten zodat de paneerlaag beter blijft zitten.
Giet zonnebloemolie in een koekenpan tot 2–3 cm hoogte en verhit op middelhoog vuur tot de olie glinstert.
Bak de reepjes in porties 3–4 minuten per kant, tot ze goudbruin zijn en de kerntemperatuur van de kip 75 °C is bereikt.
Leg de gebakken reepjes op een rooster boven keukenpapier om overtollig vet te laten uitlekken.
Serveer direct met frietjes en dips zoals ketchup, mayonaise of zoete chilisaus.
Bewaar eventuele restjes in een luchtdichte bak in de koelkast tot 2 dagen en verwarm ze voorzichtig in de oven.