Verwarm de oven voor op 200 °C.
Dep de krielkipjes droog met keukenpapier en bind eventueel de pootjes vast met slagersgaren.
Meng in een kom de zachte roomboter met het zout en de peper. Hak de rozemarijn en tijm fijn en meng ze door de boter.
Maak bij elke kip de huid bij de borst en de dij voorzichtig los van het vlees. Verdeel de helft van de kruidenboter onder de huid en wrijf de rest over de buitenkant van de kip.
Stop in elke kip een halve citroen, twee geplette knoflooktenen, een takje rozemarijn en een takje tijm.
Leg de kipjes in een braadslee of op een rooster in de braadslee en besprenkel eventueel met olijfolie.
Bak 20 minuten op 200 °C. Verlaag de temperatuur daarna naar 190 °C en bak nog 30–40 minuten, of totdat een vleesthermometer in de dij 74 °C aangeeft.
Haal de kipjes uit de oven en laat ze 5–10 minuten rusten voordat je ze aansnijdt.