Verwarm de oven voor op 205 °C (boven- en onderwarmte).
Dep de krielhoentjes droog met keukenpapier; bind eventueel de pootjes bij elkaar met keukentouw.
Meng in een kleine kom 30 g ongezouten roomboter, 2 teentjes knoflook, 1 eetlepel fijngehakte verse rozemarijn, 1 eetlepel fijngehakte verse tijm, 1 theelepel zout en ½ theelepel zwarte peper.
Maak voorzichtig met je vingers ruimte tussen de huid en het vlees bij de borst en dij van elk krielhoentje en verdeel daar de helft van de kruidenboter onder de huid; wrijf de rest over de buitenkant.
Snijd de citroen doormidden en leg in elke holte van de krielhoentjes een halve citroenhelft; steek er eventueel een paar rozemarijntakjes en tijmtakjes bij.
Optioneel: snijd de ui en wortels in grove stukken en verdeel ze onderin een braadslee.
Leg de krielhoentjes met de borst naar boven op het groentebed (als je groenten gebruikt) en rooster ze ca. 40–50 minuten in de voorverwarmde oven, tot de huid goudbruin is en een vleesthermometer in het dikste deel van de dij 74 °C aangeeft.
Haal de braadslee uit de oven en laat de krielhoentjes 5–10 minuten rusten voordat je ze aansnijdt of serveert.
Serveer met geroosterde aardappelen, sperziebonen of een simpele salade.