Spoel de gepekelde runderborst onder koud water af om overtollig zout te verwijderen.
Doe de runderborst in een grote braadpan of zware pan met dikke bodem.
Voeg de in kwarten gesneden gele ui, het meegeleverde pakje pekelkruiden en de extra eetlepel pekelkruiden (optioneel) toe.
Giet de runderbouillon en het water erbij, tot het vlees net onder staat.
Breng het geheel op hoog vuur aan de kook.
Zet het vuur laag, dek de pan af en laat 2½–3 uur zachtjes sudderen, tot het vlees met een vork gemakkelijk uit elkaar valt.
Voeg de gehalveerde rode aardappeltjes en de wortels in stukken van 5 cm toe. Dek de pan af en laat nog 20–30 minuten sudderen, tot ze gaar zijn.
Voeg de koolkwarten toe en laat nog 15–20 minuten koken, tot de kool beetgaar is.
Haal de runderborst uit de pan en laat 10–15 minuten rusten op een snijplank.
Snijd de runderborst tegen de draad in dunne plakken en rangschik ze met de groenten op een serveerschaal. Besprenkel met wat kookvocht en serveer met Dijonmosterd of mierikswortel.