Smelt de ongezouten boter in een middelgrote steelpan op middelhoog vuur tot hij volledig gesmolten is en licht begint te borrelen.
Voeg de tarwebloem toe en klop 1–2 minuten constant door tot de roux licht goudbruin kleurt en nootachtig ruikt.
Giet scheutje voor scheutje de runderbouillon erbij en klop krachtig door om klontjes te voorkomen.
Breng de jus op middelhoog vuur zachtjes aan de kook en laat, af en toe kloppend, 3–5 minuten pruttelen tot hij de gewenste dikte heeft.
Haal de pan van het vuur, roer het zout en de zwarte peper erdoor, proef en pas indien nodig de smaak aan. Serveer de jus direct heet.