Spoel de rijst in een fijne zeef onder koud water tot het water helder is.
Doe de rijst, het water, het kaneelstokje en de citroenschil in een pan met dikke bodem en breng op hoog vuur aan de kook.
Zodra het kookt, zet je het vuur laag, dek je de pan af en laat je de rijst 10–12 minuten zachtjes sudderen, tot al het water is opgenomen.
Voeg de melk en suiker toe en breng al roerend op middelhoog vuur net aan de kook.
Zet het vuur laag en laat, onder regelmatig roeren, 25–35 minuten zachtjes koken tot de rijst gaar is en het mengsel indikt.
Haal de pan van het vuur, verwijder het kaneelstokje en de citroenschil en roer het vanille-extract erdoor.
Serveer warm of laat het in een kom afkoelen; zet het eventueel in de koelkast. Bestrooi vlak voor het serveren met wat gemalen kaneel.