Verhit de zonnebloemolie in een ruime pan met dikke bodem op middelhoog vuur tot hij glanst.
Voeg de gesnipperde gele ui en, indien gebruikt, de groene kardemompeulen, het kaneelstokje en het laurierblad toe. Bak af en toe omscheppend 8–10 minuten tot de ui goudbruin en zacht is.
Roer de geraspte gember en de geperste knoflook erdoor en bak 1 minuut mee tot het aroma vrijkomt.
Voeg de gemalen komijn, koriander, kurkuma en chilipoeder toe. Roer 30–60 seconden goed door zodat de specerijen licht meebakken.
Doe de kipstukjes erbij en schep om zodat ze goed bedekt zijn met het specerijenmengsel. Bak 5–7 minuten tot de kip rondom lichtbruin is.
Schenk de tomatenblokjes erbij en voeg een snuf zout toe. Roer door, breng aan de kook en zet het vuur laag. Dek af en laat 20 minuten sudderen.
Haal het deksel eraf, zet het vuur iets hoger en laat al roerend 10–15 minuten indikken tot de saus dikker wordt en de olie zich afscheidt. Voeg eventueel een scheutje heet water toe als de saus te droog wordt.
Strooi de garam masala erover en bak nog 1 minuut mee. Haal de pan van het vuur.
Proef en breng indien nodig extra op smaak met zout. Bestrooi voor het serveren met de verse, grof gehakte koriander.
Serveer direct met warme basmatirijst en naan of chapati's.