Verwarm de oven voor op 180 °C (hetelucht 160 °C). Bekleed een vierkante bakvorm (20 cm) met bakpapier en laat het iets uitsteken aan de randen.
Doe 100 g kokosolie (of ongezouten boter) en 100 g honing in een steelpan. Verwarm op laag vuur tot de olie gesmolten is en het mengsel glad is (niet laten koken).
Haal de pan van het vuur en roer er 250 g havervlokken en een snufje zout door tot alle vlokken bedekt zijn.
Voeg eventueel 50 g gemengde zaden (bijv. zonnebloem- of pompoenpitten) en/of rozijnen toe en meng alles goed door.
Schep het mengsel in de voorbereide bakvorm en druk met de achterkant van een lepel of een spatel stevig en gelijkmatig aan.
Bak 15–20 minuten, tot de randen licht goudbruin zijn. Pas op dat je ze niet te lang bakt, anders worden ze te hard.
Haal uit de oven en laat de flapjacks helemaal afkoelen in de vorm; ze worden steviger tijdens het afkoelen.
Til, zodra ze afgekoeld zijn, met behulp van het uitstekende bakpapier uit de vorm en snijd in 12 vierkantjes of repen.
Bewaar in een luchtdichte trommel op kamertemperatuur tot een week.