Snijd overtollig vet en vliezen van de varkenswangetjes weg. Bestrooi ze met zout en versgemalen zwarte peper en haal ze door de bloem. Schud het overtollige bloem eraf.
Verhit de olijfolie in een stoofpan op middelhoog vuur. Bak de varkenswangetjes rondom goudbruin en goed dichtgeschroeid. Haal ze uit de pan en zet ze opzij.
Voeg in dezelfde pan de ui, wortels en prei toe en bak 10–15 minuten op middelhoog vuur tot de groenten zacht en licht gekleurd zijn.
Voeg de knoflook toe en bak nog 2 minuten mee tot het aroma vrijkomt.
Giet de rode wijn erbij en laat 2–3 minuten zachtjes doorkoken, terwijl je met een houten spatel de aanbaksels van de bodem schraapt.
Voeg de runderbouillon, laurierblaadjes en het takje tijm toe. Roer goed door en leg de varkenswangetjes terug in de pan, zodat ze net onder staan.
Kook in een snelkookpan 45–50 minuten op middelhoog vuur zodra hij op druk is. Laat daarna de druk vanzelf dalen voor je hem opent. Gebruik je een gewone pan, laat het dan met het deksel op laag vuur 2½–3 uur zachtjes sudderen tot het vlees boterzacht is.
Haal de varkenswangetjes uit de pan en verwijder de laurierblaadjes en het takje tijm. Pureer de groenten in de pan met een staafmixer tot een gladde saus. Laat de saus indien nodig nog enkele minuten inkoken tot de gewenste dikte en breng op smaak met extra zout en peper.
Leg de varkenswangetjes terug in de saus zodat ze de smaken opnemen en goed opwarmen. Serveer met aardappelpuree, gebakken aardappeltjes of witte rijst.