Bekleed een bakplaat met bakpapier en zet apart.
Doe de suiker en het water in een pan met antiaanbaklaag en dikke bodem en verwarm op middelhoog vuur, terwijl je met een houten lepel roert tot de suiker is opgelost.
Laat het mengsel zonder te roeren koken tot de siroop begint in te dikken en voortdurend borrelt.
Voeg de pijnboompitten toe, zet het vuur iets lager en blijf onafgebroken roeren met een houten lepel.
Houd in de gaten hoe de suiker zich rondom de pijnboompitten kristalliseert. Blijf roeren tot de suiker weer smelt en een glanzende karamel vormt.
Haal de pan van het vuur zodra de karamel goudbruin is.
Schenk de gekarameliseerde pijnboompitten voorzichtig op het bakpapier en haal ze met twee vorken uit elkaar voordat ze afkoelen.
Laat volledig afkoelen op kamertemperatuur en bewaar in een luchtdichte trommel.