Spoel 200 g sushirijst in een fijne zeef onder koud stromend water tot het water helder is.
Kook de rijst met 300 ml water volgens de instructies van je rijstkoker of in een pan op middelhoog vuur. Zet na het koken het vuur uit en laat de rijst 10 minuten met het deksel op de pan staan.
Meng in een klein kommetje 30 ml rijstazijn, 15 g suiker en 2,5 g zout en roer tot alles is opgelost.
Schep de warme rijst voorzichtig in een brede, niet-metalen kom en vouw het azijnmengsel erdoor met een rijstspatel of houten lepel zonder de korrels te pletten.
Laat de gekruide rijst afkoelen tot kamertemperatuur.
Zet de oven op grillstand (bovenwarmte) op 190 °C en bak of gril 110 g voorgebakken unagi volgens de verpakking tot de randjes licht krokant zijn. Snijd de warme unagi daarna in dunne reepjes.
Snijd 1 rijpe avocado in dunne plakjes en snijd een halve komkommer in lange, dunne reepjes.
Leg een vel nori met de glanzende kant naar beneden op een bamboematje. Maak je handen licht vochtig en verdeel de afgekoelde rijst in een dunne, gelijkmatige laag over het nori, laat aan de bovenkant een rand van ongeveer 1 cm vrij.
Strooi eventueel wat sesamzaadjes over de rijst.
Draai het nori-vel om zodat de rijst naar beneden is gekeerd en het zeewier boven ligt.
Leg de komkommer- en unagireepjes in het midden van het nori en rol met behulp van het matje stevig maar voorzichtig van je af tot een compacte rol.
Leg de avocado plakjes in een licht overlappend patroon bovenop de rol zodat het lijkt op drakenschubben. Dek eventueel af met vershoudfolie en druk zachtjes met het matje zodat de plakjes goed blijven zitten. Voeg extra unagireepjes toe als je dat wilt.
Maak een scherp mes vochtig en snijd de rol in 8 gelijke stukken. Veeg het mes schoon tussen elke snede voor een nette presentatie.
Serveer direct met sojasaus, ingelegde gember en wasabi.