Verwarm de oven voor op 180°C (160°C hetelucht). Vet twee ronde springvormen (Ø 20 cm) in en bekleed ze met bakpapier.
Klop in een grote kom 200 g ongezouten roomboter (op kamertemperatuur) en 200 g suiker tot het mengsel romig en luchtig is.
Breek 4 grote eieren één voor één boven de kom en klop na elke toevoeging goed door. Voeg een eetlepel zelfrijzend bakmeel toe als het mengsel schift.
Los 2 eetlepels oploskoffie op in 2 eetlepels heet water, laat afkoelen en roer het koffiemengsel door het beslag.
Spatel voorzichtig 200 g zelfrijzend bakmeel door het beslag tot het net gemengd is.
Roer 100 g grof gehakte walnoten door het beslag.
Verdeel het beslag gelijkmatig over de twee vormen en strijk de bovenkant glad. Bak de cakes 20–25 minuten in de oven, tot ze goudbruin zijn, licht terugveren en een satéprikker er schoon uitkomt.
Laat de cakes 10 minuten in de vormen afkoelen, haal ze uit de vormen en laat ze op een rooster volledig afkoelen.
Klop voor de botercrème 150 g ongezouten roomboter (op kamertemperatuur) romig. Voeg geleidelijk 300 g poedersuiker toe en klop na elke toevoeging goed door. Los 1 eetlepel oploskoffie op in 1 eetlepel heet water, laat afkoelen en roer samen met 1½ eetlepel volle melk door de crème. Klop op hoge snelheid tot de botercrème licht, luchtig en smeerbaar is.
Leg één afgekoelde cake op een serveerschaal. Verdeel de helft van de botercrème erover en zet de tweede cake erbovenop. Bestrijk de bovenkant met de rest van de crème en garneer met halve walnoten.