Breng een grote pan met ruim water en een snufje zout aan de kook.
Verhit ondertussen een ruime hapjespan op middelhoog vuur en voeg de olijfolie toe.
Bak de gerookte pancetta 8–10 minuten, af en toe omscheppend, tot hij knapperig is en het vet vrijkomt.
Neem met een schuimspaan het grootste deel van de pancetta uit de pan en laat het vet achter.
Bak de ui 5–7 minuten in het achtergebleven vet tot hij zacht en glazig is.
Roer de knoflook en een snufje gedroogde chilivlokken erdoor en bak 1 minuut mee tot het begint te geuren.
Schenk de tomatenblokjes erbij, breng op smaak met zout en peper en laat 15 minuten op laag vuur zachtjes pruttelen.
Kook ondertussen de bucatini in het kokende water volgens de verpakking 9–11 minuten al dente.
Houd 150 ml kookwater apart, giet de pasta af en laat hem even uitlekken.
Doe de pasta bij de saus in de hapjespan samen met het grootste deel van de pancetta en de helft van de Pecorino Romano.
Giet een scheutje kookwater erbij en schep alles goed om tot de saus mooi glanst en aan de pasta blijft kleven.
Verdeel de pasta over borden en werk af met de resterende pancetta, extra Pecorino Romano en versgemalen zwarte peper.
Serveer direct.