Smelt de ongezouten boter in een middelgrote steelpan op middelhoog vuur tot de boter volledig gesmolten is en net begint te borrelen (ongeveer 1–2 minuten), zonder dat hij bruin wordt.
Voeg de tarwebloem toe en klop continu door gedurende ongeveer 1–2 minuten tot je een lichtgekleurde, borrelende roux hebt.
Giet de koude volle melk in een dunne straal bij het mengsel terwijl je continu blijft kloppen, tot het geheel glad en zonder klontjes is.
Zet het vuur iets hoger op middelhoog vuur en blijf kloppen tot de saus zachtjes pruttelt. Klop ongeveer 5–7 minuten door tot de saus dik genoeg is om de achterkant van een lepel te bedekken.
Haal de pan van het vuur en roer het zout, de versgemalen zwarte peper en eventueel een snufje geraspte nootmuskaat erdoor. Proef en pas indien nodig de kruiden aan.